30 apr Palliatieve zorg in de ziekenhuizen steeds beter verankerd
Palliatieve zorg is steeds beter geïntegreerd in het zorgaanbod van ziekenhuizen, zo blijkt uit het rapport ‘Palliatieve zorg in de Nederlandse ziekenhuizen’ van IKNL/PZNL (dec 2019). Vanaf 2012 zijn de ziekenhuizen drie keer…
Palliatieve zorg is steeds beter geïntegreerd in het zorgaanbod van ziekenhuizen, zo blijkt uit het rapport ‘Palliatieve zorg in de Nederlandse ziekenhuizen’ van IKNL/PZNL (dec 2019). Vanaf 2012 zijn de ziekenhuizen drie keer geënquêteerd om inzichtelijk te maken wat de ontwikkelingen zijn van de teams palliatieve zorg in de ziekenhuizen.
Elk ziekenhuis in Nederland dat oncologische zorg wil bieden, moet sinds 2017 beschikken over een team palliatieve zorg. Dit is vastgesteld in het SONCOS normeringsrapport. Bovendien worden kwaliteitseisen gesteld aan dit team over de samenstelling, opleiding van de teamleden, consultatiemogelijkheden, vorm, frequentie en samenwerking met de eerste lijn. Maar hoe staat het er daadwerkelijk voor in 2017?
Groei palliatieve voorzieningen in ziekenhuizen
Van de 63 ziekenhuizen die de vragenlijst hebben ingevuld (respons van 80%), beschikt 98% in 2017 over een team palliatieve zorg. In 2014 was dit nog 57%. De kern van een team PZ bestaat gemiddeld uit acht verschillende disciplines. Het meest vertegenwoordigd zijn de internist-oncoloog, verpleegkundige/verpleegkundig specialist, anesthesioloog, longarts en de specialist ouderengeneeskunde. Bij meer dan de helft van de teams is ook een huisarts aanwezig. Het aantal klinische consulten lag in 2014 voor het grootse deel van de teams rond 77 en is in 2017 gestegen naar 150 per jaar. Bijna 90% van de teams PZ heeft wekelijks een multidisciplinair Overleg (MDO) waarin patiënten worden besproken.
In 2017 bieden meer teams PZ een poliklinisch spreekuur palliatieve zorg aan, een verdubbeling ten opzichte van 2014 (44% resp. 22%). Het team PZ wordt over een breed palet aan onderwerpen geconsulteerd. De top-5 onderwerpen zijn:
- problemen op fysiek gebied
- coping patiënt/naaste
- vragen op het psychologische vlak,
- palliatieve sedatie
- proactieve zorgplanning
Financieel zijn de consulten van de teams PZ niet allemaal gedekt: een op de vijf teams PZ geeft aan de geregistreerde consulten niet te declareren. Redenen hiervoor zijn: onduidelijkheid over financiering van de DOT, geen afspraken met zorgverzekeraars of ontbrekende vorm van financiering in ziekenhuis.
Suboptimaal gebruik van de verbeterde faciliteiten
De faciliteiten en randvoorwaarden rondom palliatieve zorg zijn flink gegroeid in de ziekenhuizen, echter er wordt nog beperkt gebruik van gemaakt. In de helft van de teams PZ vindt verwijzing naar het team pas plaats in de laatste 2-4 weken voor het overlijden van een patiënt. En dat terwijl eerder onderzoek heeft aangetoond dat een vroege inzet van specialistische palliatieve zorg (naast een ziektegerichte behandeling) voor patiënten met een levensbedreigende aandoening kan leiden tot:
- betere kwaliteit van leven
- grotere tevredenheid over de zorg
- minder depressieve klachten
- en soms langere overleving
Het bereik van de teams PZ is nog laag in Nederland: minder dan 1% van de patiënten ontvangt specialistische palliatieve zorg in de ziekenhuizen, terwijl internationaal onderzoek laat zien dat 10-40% van alle patiënten die in het ziekenhuis verblijft, behoefte heeft aan palliatieve zorg.
Bovenstaande pleit voor een groter bereik en vroegtijdige inzet van de teams PZ. Dit vraagt om bewustwording bij behandelaars om de palliatieve zorgbehoefte van hun patiënten tijdig te identificeren. Hiervoor zijn diverse meetinstrumenten beschikbaar. Bijna 60% van de ziekenhuizen maakt hiervan gebruik. Door tijdige markering kunnen patiënten eerder worden verwezen naar het team PZ. Een andere manier om de teams vaker en eerder in te zetten is door afspraken te maken binnen een ziekenhuis bij welke patiëntengroepen ( bijv. patiënten met een slechte prognose of een bekend complex ziekteverloop) het team PZ standaard betrokken wordt. Nu gebeurt dat in nog geen 20% van de ziekenhuizen.
Transmurale samenwerking in ontwikkeling
Teams PZ zijn sinds 2014 meer transmuraal gaan samenwerken. Bij ruim de helft van de teams PZ maakt een huisarts of specialist ouderengeneeskunde deel uit van het team PZ. Steeds meer teams PZ kunnen ook geconsulteerd worden voor patiënten die thuis verblijven en die niet bekend zijn bij het team (een stijging van 23% in 2014 naar 37% in 2017). Een kleine 30% van de teams PZ is inzetbaar voor huisbezoeken. Met gemiddeld 14 huisbezoeken per team per jaar, wordt van deze dienstverlening in de praktijk nog weinig gebruik gemaakt.
Een op de drie teams PZ heeft contact met de huisarts of specialist ouderengeneeskunde over palliatieve zorg in de thuissituatie vόόr ontslag van de patient. Dit is slechts een kleine verbetering ten opzichte van 2014 (met 28%).
Ook qua transmurale samenwerking lijkt te gelden: ondanks de groei van faciliteiten ter ondersteuning van de patiënt die thuis verblijft, wordt nog niet optimaal gebruik gemaakt van deze mogelijkheden.
‘Niet iedereen kán thuis sterven. Bij ernstige complexiteit lopen we het risico dat thuis sterven leidt tot ‘slechte’ palliatieve zorg. Om dat te voorkomen, zal het rondom de patiënt mogelijk moeten zijn om tussen thuis en ziekenhuis systematisch transmuraal samen te werken.’
Frans Baar, specialist ouderengeneeskunde en consulent palliatieve zorg
Sleutelrol teams Palliatieve zorg
Voor patiënten en naasten is het belangrijk dat de zorg naadloos overgaat van de ene zorgsetting naar de andere en dat specialistische ondersteuning mogelijk is ongeacht de plek waar de patient zich bevindt.
De uitkomsten van het onderzoek tonen aan dat er nog veel te winnen valt op het gebied van communicatie, coördinatie en continuïteit van palliatieve zorg binnen de transmurale samenwerking. Er moeten duidelijke afspraken komen over wie de regie voert in het zorgproces, samenwerking van zorgprofessionals uit de verschillende zorgsettings, maar ook over de financiering van palliatieve zorg.
Teams PZ kunnen een sleutelrol vervullen als het gaat om het bieden aan goede palliatieve zorg op de juiste plaats, op het juiste moment en door de juiste zorgverlener. Zij kunnen nog meer dan voorheen hun kennis en kunde beschikbaar stellen door te participeren in netwerkzorg. Een volgende stap kan zijn dat de teams PZ nog beter ingebed worden in het zorgtraject van de patient met behoefte aan palliatieve zorg. Voorwaarde is dan wel dat de leden van de teams PZ voldoende gelabelde uren hebben en dat het team PZ bekend is binnen én buiten hun ziekenhuis. Dit vereist mogelijk extra communicatie-inspanningen om de mogelijkheden en meerwaarde van consultatie door een team PZ voor het voetlicht te brengen.
Download: Rapport Palliatieve zorg in de Nederlandse ziekenhuizen, IKNL/PZNL, december 2019